Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, ik heb gewacht [21]op ulieder woorden; ik heb het oor gewend [22]tot ulieder aanmerkingen, totdat gij [23]redenen uitgezocht hadt. 21. Hij spreekt de drie vrienden van Job toe. 22. Dat is, zo naarstiglijk en aandachtiglijk, dat ik geraakt ben tot in het begrip van al uw voorgestelde bedenkingen. 23. Te weten, waarmede gij Job zoudt mogen overtuigen.